Vorig jaar november kreeg ik het verzoek van een vriendengroep van acht man om een kampeertrektocht door de Schotse Hooglanden te organiseren. Ondanks dat ik tientallen tochten in Schotland geleid heb is dit altijd weer lastig, er zijn ontzettend veel mooie gebieden om uit te kiezen. bergwandel ervaring hadden en wildkamperen voor de meeste nieuw was heb ik gekozen voor een route waarbij altijd uitgeweken kon worden naar de relatief veilige “bewoonde wereld”. Het werd een combinatie van de West Highland Way (WHW) en de Highland High Way (HHW) met hier en daar een alternatief doorsteekje.
Tyndrum
Na een vlot verlopen reis arriveerden we in Tyndrum waar we bij de Green Welly Stop de laatste inkopen deden. Met rugzakken van rond de 20 kg begonnen we in de regen aan de eerste 14 km richting Loch Lyon. De eerste 5 km volgden we de WHW waarna we deze bij de Allt (rivier) Kinglass verlieten en aan de klim naar ons einddoel begonnen. 3 km voor Loch Lyon konden we even schuilen in een sheepfold waar al snel het besluit genomen werd om een geschikte kampeerplek te zoeken. Deze vonden we één km verderop en na enig puzzelen stonden de vijf tenten op een mooi plekje langs de Allt a’ Chuirr. Eind van de middag stopte het eindelijk met regenen en zijn we nog even snel op en neer gelopen naar Loch Lyon.
Bridge of Orchy
De tweede dag begon met een pittige klim naar het bealach (zadel) tussen de Beinn (berg) Dorian en de Beinn an Dothaidh. “Off track” over graspollen, losse stenen, zuigende modder en “bogholes” met zware rugzak is hard werken en dat was aan iedereen te merken. Na 200 m klimmen kwamen we in de dichte lage bewolking terecht en moest het kompas tevoorschijn gehaald worden om de juiste richting te bepalen. Nog 200m hoger kwamen we precies uit bij de cairn (steenmannetje) in het zadel. Het plan was om de Beinn Dorian te beklimmen maar met ca. 20 m zicht werd dit al snel verworpen en daalden we af naar Bridge of Orchy.
Met de buik vol koffie en sausage rolls ging het weer omhoog over de WHW waar we vanaf Mam (vrouwenborst) Carraigh prachtige vergezichten hadden over Loch Tulla en de zon zich af en toe een paar seconden liet zien. Bij Victoria Bridge verlieten we de WHW weer om 4 km verder ons bivak op te slaan langs de Allt Toaig. 16 km, + 680 m, – 820 m.
De eerste Munro
Dag drie. Onze eerste Munro – een berg of heuvel met een hoogte van minstens 3000 voet ofwel 914,4 meter. Ze ontlenen hun naam aan Sir Hugh Munro (1856–1919), die als eerste een lijst van deze bergen opstelde. Weer of geen weer, we moesten erover of anders de WHW volgen en daar had niemand zin in. Met lichte motregen begonnen we aan de 800 m klim naar de Stob Ghabhar ( “geiten top” 1090 m) die grotendeels aan het zicht onttrokken werd door dichte bewolking. De beklimming verliep vlot maar helaas zonder mooie vergezichten. Het pad eindigde op de top waarna we met weinig tot geen zicht onze weg moesten vinden met behulp van kompas en GPS richting de Aonach Mὸr (“grote rug”) die ons naar Glen (dal) Etive zou brengen. Na een laatste zeer steile afdaling over gras en rots kwamen we aan bij een rivier waar een footbridge zou moeten zijn. Helaas……geen brug. Nu kwam het touw en de waterschoentjes goed van pas om veilig over te steken – niet voor niets meegesjouwd. In Glen Etive vonden we al snel een mooie vlakke en droge plek voor ons derde bivak.
Devil’s Staircase
De vierde dag begon met een stevig klimmetje over modderige paden richting Lairig (pas) Gartain. Op de pas aangekomen opende de verlaten vallei – ingesloten door de enorme rotsmassieven van de beide schaapsherders Buachaille Etive Beag en Buachaille Etive Mὸr – zich voor ons en zagen we in de verte de touringcars en toeristen aan de voet van de Devil’s Staircase die we later die dag zouden beklimmen. De naam Devil’s Staircase doet erger vermoeden dan het in werkelijkheid is, nl. een goed begaanbaar pad dat je in serpentines geleidelijk 260 m hoger brengt naar een bealach tussen Stob Mhic Mhartuin en Beinn Bheag. De meer ervaren bergwandelaar kan hier afslaan in westelijke richting naar Am Bodach en Meall Dearg aan het begin van Schotlands meest bekende “Ridgewalk”, de Aonach Eagach. Daarna afdalen langs de Feith naar Lab richting de dam waar je de WHW weer oppikt. Met onze minder ervaren groep besloten we de WHW te volgen tot Kinlochleven.
Storm over de Mamores
De laatste dag zouden we de Mamores oversteken richting Glen Nevis maar het weer gooide voor de zoveelste keer roet in het eten. Windkracht 6 met windstoten van 80-90 km/u in de hoger gelegen gebieden plus regen en lage bewolking deed ons beslissen om verder de WHW te volgen richting Glen Nevis Campsite. 21 km, + 510 m, – 500 m.
Ondanks de regen, de massale aanvallen van midges wanneer het even droog was, maar vooral dankzij de prachtige omgeving, de rust en verlatenheid een fantastische beleving.
Ook hebben de humor, kameraadschap en doorzettingsvermogen van Eric, Hans, Jack, Joost, Maarten, Michiel, Willem en Wim enorm bijgedragen aan het slagen van deze tocht.
Comments 1
Willem,
In juni 2017 ook nog in het Crairngorms NP gehiked en de Ben Macdui bezocht. Ondanks mist en regen, genoten van de Schotse natuur. De rugzakken werden door het vocht wel elke da zwaarder. Geen migs die waren weggespoeld, laatste dagen zon, wolken en een bui(tje). Mooie sfeerplaatjes, zeer herkenbaar, geen Dad’s Army , maar Dare Devils!
Mooie site en mooie reizen.
Otto